De meest bekende manier om solitaire/wilde bijen in de tuin of het balkon een onderkomen te bieden is waarschijnlijk een bijenhotel of bijenblok. Dat is
eenvoudigweg een blok hout, een 'plak' boomstam of zelfs een steen waarin gaten zijn geboord. De diameter kan variëren tussen 1 en 12 mm, maar de nadruk
kan het best gelegd worden op gaatjes met een diameter tussen 3 en 8 mm. Het meest geschikte hout is Europees hardhout zoals Robinia, Kastanje en Eik.
Uiteraard van duurzaam beheerd bos, anders ben je in je tuin dieren aan het helpen, terwijl je ze uit het zicht hun habitat ontneemt... Hardhout is het
meest geschikte hout omdat het onbewerkt het langst mee gaat in de buitenlucht, maar ook omdat de geboorde gaatjes een gladdere binnenwand hebben. De gaatjes
kunnen zo diep gemaakt worden als de boor lang is, maar moeten niet door het hout heen gaan. Verder is er niet echt een maximale diepte, bijen maken een
achterwandje en als de gang te diep is doen ze dat wat eerder. Mijn eerste bijenblok maakte ik van een stuk hout dat eerst lange tijd onderdeel van een boekenkast was. Ik heb er destijds in ieder geval gaatjes van 3, 6 en 8 mm in geboord. Bijenblokken moeten altijd op de zonnigste plaatsen worden opgehangen. Dat was toen een wand van het balkon van ons toenmalige appartement in de binnenstad van Nijmegen wat helaas alleen wat avondzon kreeg. Desondanks werd het blok toch na een week of twee al door een kleine bijensoort gevonden, welke in een paar van de 3 mm gaatjes nestelde. Het bijtje had opvallende gele markeringen op het gezicht en gecombineerd met de grootte en de manier waarop de nestgangen werden afgesloten (met een huid-achtig laagje) kon ik vaststellen dat het een lid van de familie Maskerbijen (Hylaeus) moest zijn. De meest algemene bijensoort in Nederland is de Rosse metselbij (Osmia bicornis). Deze bijen vliegen van april tot juni. Toen mijn eerste bijenblok in 2007/2008 met ons mee verhuisde naar Beek Ubbergen en een plekje aan de zonnige garagemuur in onze tuin kreeg werd het snel door deze bijensoort gevonden. Andere bijen die ik heb zien nestelen zijn de Gehoornde metselbij (Osmia cornuta) en de Tronkenbij (Heriades Truncorum). Ook andere insectensoorten dan bijen maken gebruik van de blokken. Zo komen er ook snel prachtige parasitaire Goudwespen langs en heb ik ook geel-zwarte plooivleugelwespen zien nestelen (mogelijk muurwespen van het geslacht Ancistrocerus). Zoals gezegd kunnen ook gaatjes geboord in steen als nestplaats dienen. Er nestelen soms soorten in die niet in houten holtes nestelen. Zo heb ik met gaatjes met een diameter van 6 mm de specialistische Wormkruidbij (Colletes daviesanus) weten over te halen in onze tuin te nestelen. Uiteraard in combinatie met het aanbieden van de plant waar deze bij op gespecialiseerd is: Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare). Een andere mogelijkheid om bijen en wespen nestgelegenheid te bieden is door bundeltjes holle takken op te hangen. Ik heb Braam en Vliertakken gebruikt. Beide bevatten een kern van een soort schuim, maar dat kan door bijen zelf weg worden gehaald. Ik heb de takken in stukken van ongeveer 20 cm lengte geknipt en gebundeld aan de garagemuur gehangen (zie ook een foto aan de rechterkant). Helaas tot nu toe (december 2010) nog geen bewoners anders dan spinnetjes en oorwormen geconstateerd. Een andere mogelijkheid om bijen en wespen nestgelegenheid te bieden is door bundeltjes holle takken op te hangen. Ik heb Braam en Vliertakken gebruikt. Beide bevatten een kern van een soort schuim, maar dat kan door bijen zelf weg worden gehaald. Ik heb de takken in stukken van ongeveer 20 cm lengte geknipt en gebundeld aan de garagemuur gehangen (zie ook een foto aan de rechterkant). Een leemwand maken is wat meer werk, maar kan weer heel andere soorten in de tuin brengen. Ik heb zelf een appelkrat met leem gevuld, die leem goed aangedrukt en de krat op z'n kant gezet. Ik heb wel eens gelezen dat je de leem moet laten drogen, maar dat heb ik niet gedaan. Eenmaal op z'n kant heb ik de bovenkant van de krat voorzien van wat dakbedekkingsmateriaal om het leem zo droog mogelijk te houden. In het eerste jaar gebeurde er niets, ondanks de aanwezigheid in de tuin van foeragerende Gewone Sachembijen (Anthophora plumipes) welke graag in verticale leemwanden nestelen. Op advies van bijen-expert Ivo Raemakers heb ik toen, net als hij bij zijn eigen leemwanden had gedaan, gaten voorgeboord met een diameter van 10 mm. In het voorjaar van 2010 heb ik de eerste nestelende Sachembijen kunnen bekijken! De jaren erna is het aantal flink gestegen, zie ook onderstaand filmpje van het voorjaar van 2012. Her en der gewoon wat dood hout laten liggen trekt ook al de nodige insecten aan. In dood hout leven al snel larven van kevers waar dan weer sluipwespen op af komen. Er liggen en staan verschillende boomstammetjes in onze tuin en op één ervan heb ik eens een prachtige kleine sluipwesp kunnen filmen en fotograferen terwijl ze met haar lange legboor eitjes in het rottende hout afzette (zie bijvoorbeeld de eerste onderstaande foto). Ik vind het fascinerend hoe dat allemaal werkt. Dat sluipwespen de larven binnen in het hout kunnen 'ruiken' met hun antennes en hoe ze vervolgens de legboor door het hout wrikken om een eitje precies op zo'n larve te leggen. Een grote sluipwesp met de naam Dolichomitus imperator kan dit ook prachtig laten zien. Ik heb deze indrukwekkende sluipwesp (20 tot 30 mm, zónder de nog langere legboor!) een aantal keer gezien, maar helaas nog nooit het eileggen. Dolichomitus imperator zoekt bij voorkeur op liggend Eikenhout naar larven van prachtkevers. Het reukvermogen ligt, zoals gezegd, in de antennes waarme de vrouwtjes het hout dan ook constant aftasten. Als er een larve gevonden wordt worden de antennes recht naast elkaar gelegd en de legboor er tussenin gezet. Dan wordt de schede van de legboor naar achteren geklapt en wordt de legboor, die uit drie delen bestaat, in het hout gewrikt door twee delen afwisselend steeds iets verder in het hout te duwen. Wanneer de larve is bereikt duwt het vrouwtje een eitje door de legboor. Het eitje wordt in de dunne legboor samengedrukt en springt bij het verlaten ervan terug in de oorspronkelijke vorm. De keverlarve blijft leven terwijl de larve van Dolichomitus imperator er van eet. Uiteindelijk spint te keverlarve een cocon om te verpoppen, maar in plaats van een prachtkever komt er dan een sluipwesp uit. De wesp op de onderstaande eerste foto leek zich overeenkomstig te gedragen. Een filmpje dat ik maakte is hier in de videos sectie. Verder is het natuurlijk belangrijk om bijen en wespen voedselbronnen voor zichzelf en hun larven te bieden. Daarvoor is natuurlijk nectar en stuifmeel nodig. Ook indirect, want bloemen lokken ook andere insecten en spinnen welke soms als voedselbron voor wespen dienen. Het is het beste om te zorgen dat er van het begin van de lente tot het einde van de zomer bloeiende planten aanwezig zijn. Hierbij hebben inheemse planten sterk de voorkeur boven gecultiveerde soorten omdat inheemse planten al lange tijd relaties hebben kunnen ontwikkelen met inheemse dieren. Enkele goede ‘bijenplanten’: bes-soorten (bijv. Ríbes, Aalbes), klokjes (bijv. Prachtklokje, Akkerklokje, Grasklokje, Ruig klokje), Boerenwormkruid, distels (bijv. Speerdistel), Ezelsoor, Gevlekte dovenetel, Gewone margriet, Hartgespan, Jakobskruiskruid, Kool-soorten (bijv. Zwarte mosterd, Koolzaad, Herik), Lathyrus (bijv. Aardaker, Siererwt) Lavendel, Reseda (bijv. Wilde reseda, Wouw, Tuinreseda) en Slangenkruid. Op onderstaande foto’s van links naar rechts Boerenwormkruid, Wilde reseda, Zwarte mosterd, Knopig helmkruid en Heggerank. Zie voor meer goede bijenplanten ook www.drachtplanten.nl. Zaden van veel van deze planten of levende planten zijn te krijgen bij diverse inheemse planten telers. Zie ook de links pagina! Zelf heb ik door bepaalde planten aan te planten of te zaaien gespecialiseerde bijen naar de tuin weten te lokken. Zo kwam al na enkele jaren de Heggenrankbij (Andrena florea) op bezoek na het planten van een Heggenrank (Bryonia dioica). Ook kwam de kleine Resedamaskerbij (Hylaeus signatus) op bezoek toen de Wilde reseda (Reseda lutea) bloeide. Met het aanplanten van harige planten zoals Betonie (Stachys officinalis), Ezelsoor (Stachys byzantina) en Hartgespan (Leonurus cardiaca) is de prachtige Grote wolbij (Anthidium manicatum) verleid tot een tuinbezoek. Mannetjes van deze soort gedragen zich erg territoriaal en jagen andere bijen en zelfs zweefvliegen weg van planten waar ze druk omheen patrouilleren, prachtig om te zien! De Grote wolbij nesteld in grotere boorgangen (10 en 12 mm), maar ook in natuurlijke kieren en spleten (al heb ik ze nog niet in de tuin nestelend voor zover ik weet). |
|