Vanochtend lekker met mijn moeder en vriendin door het bos gewandeld. Begonnen in Dal Palland, aangezien dat vrijwel vlak achter ons
huis ligt. Daar op de voor mij bekende plaats weer eens een blik op de Gevlekte Aronskelken (Arum maculatum) geworpen. Ze doen het goed, net zoals
de planten op de mij bekende groeiplaats langs de Ubbergseweg. In de tuin gaat 't helaas allemaal wat trager. Verderop in Dal Palland dacht ik even een
Boompieper te horen. Maar ja, ik ben niet zo heel erg goed in vogelgeluiden. Thuisgekomen nog eens goed geluisterd naar geluiden op een cdtje, blijkt 't
toch wel heel anders te klinken... :/ Het was een Glanskop (Poecile palustris). Dus... Verder nog roffelende spechten en, waar ik ook pas thuis zeker
over was, een overvliegende Sperwer (Accipiter Nisus) (ik twijfel TITLEijd wie van de twee nou de rechthoekige staart heeft, Havik of Sperwer). We
kwamen ook nog een echte vogelaar tegen die met zijn camera voorzien van aardige telelens de Middelste Bonte Specht (Dendrocopos medius) op de foto
had gezet (en vorige week ook nog de Zeearend (Haliaeetus albicilla) in de Bemmelse polder). In het Filosofendal zagen we naast nog meer Gevlekte
Aronskelken de opvallende zwammen die daar voorgaande jaren ook al groeiden; Krulhaarkelkzwammen (Sarcoscypha austriaca). Die groeien op dood hout
van Wilg en Els en zijn vrij zeldzaam in Nederland. Een eind verderop, bij de woning die van Staatsbosbeheer gehuurd kan worden en bij de graften (een soort
terrassen op een helling) zag ik dat één van mijn favoriete bomen zich weer opmaakt voor uitbundige bloei. Het is een Boswilg (Salix
caprea) die aan de basis min of meer is vergroeid met een eik (wat een combinatie, twee bomen met zo veel belang voor zo veel diersoorten!). Ik heb 'm
(het is een mannetje, die wilg) al vaker op de foto gezet, maar ja... Hij blijft zo mooi. En niet goed vast te leggen blijkt wel weer. Hij zit namelijk
stampvol katjes, maar dat is op onderstaande foto niet zo goed te zien. Later nog een rondje achtertuin gemaakt. Het bloemknopje van Speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer) dat ik 20 februari fotografeerde is geopend. Het bloempje stond nog niet mooi open, maar dat komt vast snel. Verder de eerste van heel veel bloemen van Gevlekt Longkruid (Pulmonaria officinalis). Daar gaan de Gewone Sachembijen (Anthophora plumipes) die nu nog in de appelkrat vol leem zitten te wachten vast weer van genieten! Of er morgensterren gaan bloeien dit jaar is maar de vraag. Er staan wel wat planten in de tuin, maar of die dit jaar tot bloei gaan komen weet ik niet. Ik hoop het natuurlijk wel, het zijn prachtige bloemen (zie bijvoorbeeld deze foto van een bloem van de Paarse Morgenster (Tragopogon porrifolius) die ik 26 mei 2010 nam). In het 'vijvertje' (de ingegraven cementkuip met twee manden met Gele Lis (Iris pseudacorus) en Wolfspoot (Lycopus europaeus)) zag ik weer eens een Posthorenslak (Planorbarius corneus). Toch raar dat je Posthoren moet schrijven terwijl het dier vernoemd is naar een instrument dat posthoorn heet... Pas toen ik de foto op de computer bekeek realiseerde ik me dat het 'dingetje' op het slakkenhuis een kokerjufferlarve is! Prima camouflage, toch? De kwetsbare larven van schietmotjes maken een kokertje ter bescherming. Soms van zandkorrels of steentjes, meestal van plantenmateriaal zoals degene op de foto. Geweldig dat zo'n cementkuip toch allerlei beestjes een onderkomen bied. Die slak heeft bijvoorbeeld dus prima een periode met een dikke laag ijs op het water overleeft! Vlak naast het vijvertje is het moerasje te vinden. Ook een cementkuip, maar dan gevuld met zand waar ik een laagje water op probeer te houden. Tussen vijver en moeras groeit een plantje waar ik even van dacht dat 't misschien wel een Pinksterbloem (Cardamine pratensis) was. Dat zou leuk zijn zeg! Maar helaas... De blaadjes die me er aan deden denken waren vooral de nog niet ontvouwde blaadjes hoger aan de stengel. Het is dus een naaste verwant, waarschijnlijk een 'veldkers' (dat is de Pinksterbloem eigenlijk ook). Maar welke soort weet ik niet. We halen regelmatig rozetjes van Kleine Veldkers (Cardamine hirsuta) weg, maar die zien er toch anders uit dan deze flinke jongen. Misschien een Bittere Veldkers (Cardamine amara). Dat is toch een iets leuker plantje, dus deze laat ik maar eens verder groeien. En misschien toch ook eens een keer Pinksterbloem gaan zaaien, want ik werd zo blij van het idee dat die 't was. :p In het 'kalkstukje' voor het eerder genoemde leemwandje voor bijen staan een paar plantjes waarvan ik nog niet weet wat 't zijn. Sommigen lijken op Morgensterren, wat in principe wel zou kunnen gezien die daar heel dichtbij met hun mooie pluizenbollen hebben gestaan. Maar het plantje op onderstaande laatste foto is toch iets heel anders. Ik weet 't nog niet... |
Wat een prachtig weer vandaag! Gisteren heb ik maar heel eventjes zon gezien, maar nu vrijwel de hele dag een strakblauwe lucht. In de achtertuin uit de wind
en in de zon een best lekkere temperatuur ook, dus ik ging hoopvol in de tuin staan kijken of er al Hommels te zien waren. Ik heb gisteren namelijk wat
materiaal uit een muizennest in de hommelpot gedaan. De hommelpot is een ondersteboven ingegraven grote aardewerken bloempot met een groot ontwateringsgat.
Dat gat is de invliegopening voor de hommels die in de ondergrondse ruimte een nest kunnen maken. Ik heb gisteren bij de dierenspeciaalzaak
Pets Place in de Ziekerstraat in Nijmegen een handje materiaal uit de kooi met kleurmuizen
meegekregen. Hommelkoninginnen gaan op zoek naar bijvoorbeeld een verlaten muizennest en ik heb eens gelezen dat de geur van muizen een koningin kan helpen
de ingang te vinden. VTITLE te proberen, toch? Geen hommels gezien helaas. Wel zag ik snel en redelijk ver weg een vlinder langsvliegen! Een donkere en niet zo heel grote, dus ik gok op een Kleine Vos (Aglais urticae). Het 'urticae' in de wetenschappelijke naam slaat overigens op de waardplant (voedselplant voor de rupsen) van deze vlinder, de brandnetel (Urtica dioica). Verder genoten van de roepende Groene Spechten (Picus viridis), overvliegende Grote Lijsters (Turdus viscivorus) en dus het heerlijke zonnetje. Later zat ik binnen achter de computer en zag ik iets naar het raamkozijn vliegen dat verdacht veel op een bij leek. Snel met de camera naar buiten... Het was inderdaad een bij. Mijn eerste Rosse Metselbij (Osmia bicornis) voor dit jaar. Hopelijk volgen er nog héél erg veel! Hopelijk kan ik om dat te helpen binnenkort nog een bijenblok extra ophangen. |
De afgelopen dagen ben ik een paar keer kwaad geworden over hetzelfde onderwerp. Afgelopen week kreeg ik het nieuwe
tijdschrift van de Stichting Oase binnen. Er stond een intrigerend artikel in over het
creëren van biotopen in schalen. Door in een schaal een bepaalde grondsoort met een bepaalde vochtigheidsgraad aan te brengen en dat milieu
in stand te houden kun je een heel apart plekje maken. Er stonden voorbeeld-foto's bij, waaronder één van een schaal stampvol Orchideeën
en één waar enkele van de zeldzame Groenknolorchis (Liparis loeselii) groeiden op de voet van een pol Beenbreek (Narthecium
ossifragum. Heel indrukwekkend allemaal, maar ik vraag me dan meteen af hoe je zo'n bijzonder milieu kan maken. Dit soort planten zijn namelijk niet
voor niets zeldzaam. In de vrije natuur komen de juiste omstandigheden maar weinig voor. In het artikel lees ik de volgende zinnen: "Op een ondergrond van
brokken veen zijn piepkleine puntjes te ontwaren...", "Een schaal verderop staan er al wat meer plantjes op de donkerbruine brokken.". Donkerbruine brokken
veen. Hoe komt iemand daaraan? Je kan in tuincentra turf kopen. Dat is gedroogd veen. Dat je dat kan kopen vind ik ongelooflijk. Het is vergelijkbaar met
het op grote schaal verkopen van ivoor, tropisch hardhout van een zeldzame boomsoort, stenen van de basis van de toren van Pisa... Hier in Nederland zijn
er nog maar een paar hoogveengebieden over, zoals het Bargerveen. Hier is zo enorm veel hoogveen afgestoken om turf te maken wat vervolgens verbrand is dat
er bijna niks meer over is. Dat kan nu echt niet meer, wat er nog over is wordt streng beschermd, tot het aanbrengen van damwanden aan toe om gebieden maar
vochtig genoeg te houden. Niet alleen omdat er anders geen hoogveen meer is, maar ook omdat het ontzettend rijke natuur is. Er komen tal van bijzondere
soorten voor die ook uitsterven als het hoogveen verdwijnt. En hoogveen kan je niet zomaar even terugbrengen. De basis van hoogveen is veenmos
(Sphagnum soorten). Dat groeit ontzettend langzaam (15 centimeter per 100 jaar, dus anderhalve milimeter per jaar (!) las ik ergens) waardoor het dus
niet zo makkelijk is een dik pakket veenmos te laten ontstaan. Evengoed wordt er in landen als Ierland en Rusland dus nog steeds hoogveen gewonnen, voor
de meest waanzinnige doelen als je 't mij vraagt. Om potgrond mee te maken... Zodat wij hier gecultiveerde plantjes kunnen laten groeien terwijl daar dus
elders bijzondere plant en diersoorten worden vernietigd of ontheemd. Of om turf te maken zodat mensen dat rond hun vijver kunnen leggen om daar ook weer
allerlei gecultiveerde plantjes op te laten groeien. Het gebruik van veen voor dit soort dingen is overigens te danken aan het feit dat veenmos erg goed is
in het vasthouden van water. Ik vind het verbazingwekkend dat er ook onder natuurliefhebbers als mensen van de Stichting Oase nog zo veel onbekendheid is over de schade die wordt aangericht door winning van veen als grondstof voor potgrond en turf. Er wordt ook bijna nergens anders over die schade gesproken. Zoals bijvoorbeeld op deze Wikipedia-pagina waar wel ruimschoots aandacht is voor de leuke dingen die je met dat bijzondere spul kunt doen... Overigens was een andere aanleiding voor het schrijven over dit onderwerp het weer eens doornemen van het boek Het Ada Hofman Vijverboek. In de inleiding schrijft ze "Het is niet vewonderlijk dat er een lijst van beschermide planten en dieren bestaat, omdat vele soorten met uitsterven worden bedreigd." ... "Wat in de grote natuur beschermd is en door bedreiging van vervuiling en opdringende bebouwing zich niet meer kan handhaven, komt nu in onze tuin te staan en wordt zo voor uitsterven behoed." Zo kan ik nog wel wat voorbeelden noemen. De basis van Ada Hofman's methode is ook het creën van een goed biologisch evenwicht om de vijver helder te houden in plaats van het werken met allerlei pompen en filters. Maar toch ook hier weer die blindheid voor wat er gebeurt om de grondstoffen te delven die nodig zijn voor de gebruikte materialen... Vijveraarde bestaat, net als potgrond, grotendeels uit veen. En dat wordt veel toegepast in het boek. Verder zijn er volgens Ada Hofman planten in de handel te krijgen waarvan ik me ook afvraag of die op een duurzame manier kunnen worden gekweekt. Veenmos bijvoorbeeld. Met zo'n lage groeisnelheid moet dat als het op een goede manier geteeld wordt wel een fortuin kosten. Daarbij worden de meeste vijverplanten aangeboden in mandjes met vijveraarde. Er zijn TITLEernatieven voor het gebruik van veen natuurlijk. Zoals bijvoorbeeld potgrond op basis van gecomposteerde kokosvezels zoals Cocopeat van Ecostyle of vergelijkbare op kokosvezels gebaseerde aardesoorten. Verder kun je bij een vijver gebruik maken van andere voedselarme grondsoorten. En als er geen TITLEernatieven zijn? Dan doe je het toch gewoon niet? Lijkt me ook best een optie. |
Nog even over bovenstaand onderwerp. Ik had er ook een mail over gestuurd naar de schrijfster van het artikel in het tijdschrift van de Stichting Oase. Niet aanvallend, tenminste, dat probeerde ik niet te zijn, maar kritisch en vragend. Daar heb ik inmiddels een reactie op gekregen. Het was bij de schrijfster niet bekend waar de grondstoffen voor de biotoopschalen vandaan kwamen, ze ging er vanuit dat het turf afkomstig was uit een van de heemtuinen van de gemeente Amstelveen. Gezien wat ik hierboven ook al schreef (de zeer lage groeisnelheid en vrijwel onherstelbare schade die wordt aangebracht door de winning van turf) lijkt me dat heel onwaarschijnlijk. Hoe dan ook, de schrijfster heeft de schalen niet zelf gemaakt maar schreef erover. Ze heeft de mail doorgestuurd naar degene die er misschien meer over weet en in de volgende uitgave van het tijdschrift zal er dieper ingegaan worden op het maken van dit soort schalen en het zoeken naar de benodigde materialen (van betrouwbare herkomst). Ik ben benieuwd! |
Onze tuin is weer een 'bijenblok' rijker! :) Het koste wat moeite, vooral wat betreft het hout waar het blok van is gemaakt... Daar is
wat meer over te lezen in het Engelstalige dagboek-bericht van 27 november 2010. Toen heb ik de
basis van 't blok gemaakt, maar nog niet opgehangen. Er moest namelijk nog een dakje op. Tijdens de renovatie van ons dak waren wat kleine pallets blijven
staan. Van de latten daarvan heb ik vandaag een dakje gemaakt wat ik heb beplakt met een stuk dakbedekkingsmateriaal waar ik ook de appelkrat van de
leemwand voor bijen mee heb beplakt. Het koste ook wat moeite het geheel op te hangen, want het blok heeft een behoorlijk gewicht! Maar ik ben er behoorlijk
tevreden mee. Hopelijk de bijen en wespen ook. Ik wil in het hoekje onder de punt van het dakje nog wat pijpjes gaan doen of holle planten stengels, maar
dat komt een andere keer wel weer. Voorlopig kunnen ze vooruit! De bijen die in de leemwand zitten, tenminste, ik heb er nog geen zien vliegen, kunnen ook vooruit. Het Gevlekt Longkruid (Pulmonaria officinalis) staat nu echt in bloei, en daar zijn Gewone Sachembijen (Anthophora plumipes) gek op. Het wachten is nu op het uitkomen van de bijen. Zou leuk zijn als ik daar iets van mee kon krijgen natuurlijk. |
Een dagje vrij vandaag, dus lekker overdag een rustig rondje door de tuin. Aardig wat hommels, bijvoorbeeld foeragerend op het rijkelijk
bloeiende Gevlekt Longkruid (Pulmunaria officinalis). Geen in de buurt van de hommelpot helaas. Bij bijna elke wandeling door de tuin kijk ik wel
even naar het lemen steilwandje waarin Gewone Sachembijen (Anthophora plumipes) hebben genesteld. En vandaag zag ik daar mijn eerste van dit jaar.
Eerst alleen een licht vlekje wat dieper in één van de nestgangen. Die gangen worden niet zoals door bijvoorbeeld in hout nestelende bijen
vooraan dichtgemaakt, maar wat dieper in de gang. Het lichte vlekje dat ik zag was het gezicht van een mannetje, vrouwtjes hebben die lichte vlek niet. Als
de zon even doorbrak (wat rond 11 uur 's ochtends een paar keer kort gebeurde) kwam de bij verder naar voren in de gang. Af en toe waren de typische
geluiden te horen die ik vorig jaar ook hoorde tijdens het nestelen van de vrouwtjes, korte hoge zoemgeluiden. Wat er dan precies gebeurt weet ik niet,
misschien dat het bewegen van de vliegspieren warme genereert? Na een tijdje vloog de bij uit, wat ik ook heb gefilmd! :) Verder vielen me vandaag de bloemen van het Maarts Viooltje (Viola odorata) op. Nog even diep door de knieën gegaan om er aan te ruiken. Het is niet voor niets Viola odorata. Het is een subtiel luchtje, maar wel erg lekker. Dan nog een fotootje van een leuk groepje plantjes achter in de tuin. Hoewel, net iets teveel ingezoomd misschien, want het Speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer) staat er net niet meer op. Maar nog wel Grote Muur (Stellaria holostea) en Gevlekte Aronskelk (Arum maculatum), en, het eigenlijke onderwerp van de foto, Bosanemoon (Anemone nemorosa). Die heb ik daar geplant, tegelijk met de Gevlekte Aronskelken die op deze foto te zien zijn. De knollen van Gevlekte Aronskelk en wortelstokjes van Bosanemoon kwamen van wilde planten kwekerij De Heliant. Ik heb regelmatig gezocht naar opkomende Bosanemoontjes, maar niets gevonden. Nu ineens wel, en dan ook meteen al een behoorlijke plant. Al te lang niet meer gekeken blijkbaar. |
Ik fiets vrijwel elke dag langs een slootje aan de rand van Beek (bij de Gruttostraat). Een mooi klein, stromend slootje, alleen jammer
dat er zo veel troep in wordt gegooid en dat het gras er omheen wordt gebruikt als hondenuitlaatplaats... Maar goed, die voedselrijkdom is naast voor een
hoop Grote Brandnetels (Urtica dioica) in ieder geval goed voor een flinke hoeveelheid Speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer)
(al zou dat er waarschijnlijk ook wel zonder al die hondenpoep groeien aangezien het 't ook prima doet op die zeldzame plaatsen waar geen honden poepen).
Een prachtig gezicht, al dat bloeiend Speenkruid, dus vandaag ging ik er maar eens langs mét camera. Ietsje verderop, naast een speeltuintje, groeien
wilgen in het plantsoen. Ik vermoed Grauwe Wilg (Salix cinerea), maar aangezien het in 't plantsoen staat kan 't ook heel goed een kruising zijn. Ik
heb er eens een soort stek van genomen welke aan is geslagen en vorig jaar heeft gebloeid (zie bijvoorbeeld
de (Engelstalige) dagboek invoer van 27 maart 2010). Een bevriende botanist heeft er eens goed naar gekeken en dacht aan een kruising tussen Grauwe Wilg
en Katwilg (Salix viminalis) door een combinatie van eigenschappen die ik niet meer precies weet te herhalen... Goed, die wilgen in het plantsoen bloeien nu dus, een genot voor het oog elke keer als ik er langs kom. En voor talloze insecten. Veel hommels en Honingbijen (Apis mellifera), maar ook wilde bijen zoals onderstaande bij waarvan ik nog probeer te achterhalen wat de soortnaam is (hopelijk kan ik daar met hulp van het Waarneming.nl-forum over bijen, wespen en mieren achter komen). Ik denk aan een Andrena-soort, maar welke van de 72 soorten...? Onder één van de vele bloeiende wilgen (mannetjes en vrouwtjes overigens, mannetjes met katjes gevuld met nectar en geel van het stuifmeel, vrouwtjes met groenige die alleen nectar leveren) trof ik op het blad van een zuring een versufte koningin van een wesp. Ik denk een Gewone Wesp (Vespula vulgaris). Om dat zeker te weten wou ik de tekening op het gezicht fotograferen, maar ja, dat zat onder het stuifmeel. Daarom is het onderscheid tussen de Gewone en Duitse Wesp (Vespula germanica) niet zo goed te maken. De Duitse heeft namelijk veel geel op het gezicht, de Gewone heeft er een soort zwart ankertje staan. Iets heel anders dan. Een tijdje terug is onze poortdeur na lang in de garage te hebben gelegen weer opgehangen. Het geeft de tuin een wat beslotener gevoel, erg fijn. Alleen hoe komen de Egels (Erinaceus europaeus) dan nog onze tuin in? Nou, via een doorgang die we vandaag hebben gemaakt! We hebben er een grindtegel uitgelicht en daar een paar stukken betonnen stoeptegel voor in de plaats gelegd, op zo'n manier dat er in het hoekje van de deur een kuiltje is ontstaan waardoor Egels als het goed is onder de deur door kunnen. Ik hoop dat het werkt, ze zijn meer dan welkom! Oh, dat vergat ik trouwens nog! Vandaag mijn eerste twee Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) gezien! Ze attendeerden ons op hun aanwezigheid met hun vrolijke gekwetter, heerlijk geluid! :) En ook al vergeten en met geluid te maken... Vandaag hoorde we ook dat er een vleermuis in één van de twee vleermuiskasten zat! Hoorde? Ja, er was een typisch hoog soort krassend geluid te horen dat duidelijk uit de kast kwam. Leuk dat die nog steeds gebruikt wordt! (zie ook de (Engelstalige) dagboek invoer van 11 augustus 2010) |
Een mooie dag vandaag! Hoewel, 't begon wel érg mistig en 't duurde nogal even voor dat was opgetrokken. En daar zat ik op te
wachten, want ik wou naar wilde bijen gaan kijken in de Ooijpolder! Dat ben ik uiteindelijk dus ook maar gaan doen. De zon brak rond elf uur zachtjes aan
door, dus ik stapte op de fiets en ging richting Bisonbaai waar ik al eerder veel bijen heb zitten bekijken. Eenmaal aangekomen trof ik een paar vogeltjes
aan die tot de mooiste van Nederland behoren; Putters (Carduelis carduelis). De eerste vliegende beestjes die ik iets verderop zag leken op bijen
maar waren het duidelijk niet. Bladwespen dan? Op het forum van waarneming.nl kwam
dat inderdaad als antwoord, bladwespen van het Dolerus geslacht. Het duurde niet lang voor ik mijn eerste bijen zag. Andrena vaga vooral, de
Grijze Zandbij dus. Mooie zwarte bijen met zilvergrijze beharing. Vooral veel mannetjes, herkenbaar zoals bij meer soorten bijen aan witte haren op het
gezicht. Ik zag ook wel wat vrouwtjes, maar die lieten zich niet zo makkelijk fotograferen. Maakt ook niet zo heel veel uit, ik denk niet dat ik ooit nog
een betere foto dan deze zal maken (die maakte ik
13 april 2009). Wel kan ik nog een keer een betere foto van een mannetje maken denk ik. Ik zag ook nog een prachtige
net uitgeslopen Gewone Wolzwever (Bombylius major). Net uitgeslopen, want hij/zij bleef wel erg goed poseren en had niet de typische bruine kleur maar
een mooi zilverkleurig vachtje. Ernaast zag ik een larvehuidje liggen. Misschien wel van deze wolzwever? Ietsje verderop zag ik eenzelfde huidje uit het
zand steken. Misschien zijn het 'gewoon' larvehuidjes van bijen. Naast Andrena vaga zag ik ook nog Colletes cunicularius, de Grote Zijdebij. Die heten zo omdat ze de binnenkant van hun nestgang bekleden met een soort zijde-achtige stof afkomstig uit de mondklier. Op weg terug naar Beek kon ik het niet laten op de Sint Hubertusweg ook nog even af te slaan om de langs de volkstuintjes groeiende en bloeiende wilgen op de foto te zetten. Wat een prachtig rijtje is dat! Druk bezocht door allerlei insecten ook natuurlijk. Heel veel Honingbijen (Apis mellifera), maar ook hommels zoals de Boomhommel (Bombus hypnorum) en de vlinder Kleine Vos (Aglais urticae (de achternaam geeft aan wat de waardplant is; een lid van de brandnetelfamilie (Urticaceae))) (wat een hoop haakjes!). Na het tochtje door de polder ben ik vertrokken richting stichting De Kaardebol aan de Bredestraat in Nijmegen. Op weg daarheen nog even snel een stukje de Voerweg op gefietst om de voorjaarsbloeiers te fotograferen. Niet alleen het uitbundig bloeiende en massaal aanwezige Speenkruid (Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer), maar ook de minuscule bloemetjes van Vroegeling (Erophila verna). Die stichting heeft een mooie tuin vol wilde planten die er ook te koop zijn. Ik ging vooral in de hoop Heggerank (Bryonia dioica) te kopen. Ik heb net even die achternaam opgezocht trouwens omdat bijvoorbeeld Grote Brandnetel ook die achternaam heeft (Urtica dioica). Het betekend 'tweehuizig', wat wil zeggen dat er mannelijke en vrouwelijke planten zijn, niet zoals bijvoorbeeld een Hazelaar (Corylus avellana welke op dezelfde plant zowel mannelijke (katjes) als vrouwelijke bloemen (heel kleine rode bloemetjes) heeft. Hoe dan ook, Heggerank gevonden, net als Slangekruid (Echium vulgare), Lange Ereprijs (Veronica longifolia), Grote Wederik (Lysimachia vulgaris), Moerasspirea (Filipendula ulmaria, de bloemen daarvan ruiken zoooooo lekker!), Hartgespan (Leonurus cardiaca), Grote Centaurie (Centaurea scabiosa) en Beemdooievaarsbek (Geranium pratense). Op die volgorde staan ze ook op de foto met de potjes hieronder trouwens. Moerasspirea en Grote Centaurie stonden eigenlijk niet op het vooraf gemaakte lijstje, maar ja... Grote Centaurie had ik laatst ook al gezaaid, maar een vitaal uitziende plant geeft toch iets meer kansen leek mij. In de tuin filmde ik trouwens ook nog de zo gezellig kwakende Bruine Kikkers (en de enorme hopen kikkerdril!) en fotografeerde ik de massa Daslook (Allium ursinum) waar ik vorig jaar nog één plantje van mocht uitgraven om te kopen en bloeiende Slanke Sleutelbloemen (Primula elatior) omdat die gewoon zo mooi zijn. :) Bij thuiskomst bleek de Heggerank helaas niet levensvatbaar. :( De wortelknol was uitgedroogd en hol. Over een tijdje maar eens terug in de hoop dat ik dan een nieuwe, wel levensvatbare kan krijgen. Achter in de tuin groeit overigens nog een plantje waarvan ik niet weet wat het is. Het heeft wel iets weg van Kievitsbloem (Fritillaria meleagris), maar ik meen dat ik er daar geen geplant heb en daar heeft er vorig jaar zeker geen gegroeid. Ik weet niet zo goed wat andere opties zijn, even afwachten nog! |
Vandaag werd ik gebeld door iemand die met de renovatie van een schuurtje in mijn woonplaats Beek Ubbergen bezig is. Dit schuurtje staat
achter een kerk in de buurt van waar tot voor relatief kort geleden een manege was gevestigd. In het schuurtje nestelen volgens de beller al jaren zwaluwen
en deze zou hij daar graag een plaatsje blijven geven na de renovatie. Hij had eens een stukje van mijn hand in de locale krant
De Rozet gelezen. De beller had het erg goed voor met de zwaluwen! Jammer dat de renovatie net
aan het begin van het broedseizoen plaatsvind, maar de beller was in ieder geval van zeer goede wil. In de schuur blijft na renovatie ruimte voor
Boerenzwaluwen (Hirundo rustica) en ook Huiszwaluwen (Delichon urbica) zullen bij het schuurtje een plaats kunnen vinden om hun nestje te
bouwen. Ik ben er later op de dag even gaan kijken en heb wat foto's van het schuurtje gemaakt. Daarna ben ik iets verder gefietst om 'de' roggeakker in het bos Duivelsberg te bezoeken. Met maar één doel: Andrena bimaculata (met de niet zo fraaie naam Donkere Rimpelrug in het Nederlands) bekijken. En dat was weer prima te doen! Er vlogen weer enorme hoeveelheden mannetjes vlak boven de zonovergoten akker waar kleine plantjes rogge groeien. Tussen de roggeplantjes ontelbare gaatjes in de lemige bodem. Vorige zomer is daar per gaatje door één vrouwtje hard aan gewerkt. Het zijn solitaire bijen, ieder zorgt dus voor het eigen nest, niet zoals bij bijvoorbeeld Honingbijen (Apis mellifera) met een heel volk. In de akker vind deze zeldzame soort die op de Rode Lijst staat ideale nestomstandigheden, waardoor de populatie in een onbekende periode heeft kunnen uitgroeien tot tienduizenden nesten. Vorig jaar heb ik me verdiept in deze soort op deze plaats en ook dit jaar staat er wat op de planning. Daarover later meer. Bij deze in ieder geval twee filmpjes. Het is moeilijk de massaliteit goed op film vast te leggen. Aan de rand van de akker staand zie je dat er boven heel de akker bijen rondvliegen, maar de camera heeft moeite die kleine beetjes op meters afstand vast te leggen. Het tweede filmpje laat een parend koppeltje zien dat lastig wordt gevallen door andere mannetjes. Zo gaat het nu, de mannetjes komen namelijk eerder uit het nest en gaan dan direct op zoek naar uitkomende vrouwtjes om mee te paren. Het gaat er volgens mij soms erg hard aan toe. Ik heb het helaas niet echt zien gebeuren, maar toen ik bij een kluwe bijen die net uiteenviel aankwam zag ik één bijtje wegkruipen waarvan het achterlijf zwaar beschadigd was... Ik heb overigens vaker over deze bijen geschreven, zie bijvoorbeeld de volgende (Engelstalige) dagboek invoeren: 22 maart 2009, 26 maart 2009, 28 maart 2010, 5 april 2010 en 4 juli 2010. Er staan ook nog wat filmpjes op mijn YouTube kanaal (bij 'uploads'). |
23 Maart schreef ik nog over het plantje op
deze foto waarvan ik niet wist wat het was. Het is in ieder geval géén Kievitsbloem. Het lijkt me een grassoort! Ik weet niet voor een, ik
ben niet zo goed in grassen, het is een soort met erg breed blad, misschien heeft het prachtige Bosgierstgras (Milium effusum) zich vorig jaar wel
uitgezaaid. Dat zou best mogen... :) Over onbekende planten gesproken. Ik had er volgens mij nog niet over geschreven, maar een paar dezelfde plantjes waarvan ik niet wist wat het waren werden me ineens duidelijk: Margrieten (Leucanthemum vulgare). Verder schreef ik 5 maart nog over een onbekende plant in het 'kalkstukje' en dat dat toch iets anders dan Morgenster (Tragopogon sp.) moest zijn. Ehm, toch een Morgenster...? |
Terug naar homepage |