Cambridge International Swift Conference 2014, dag 2


Dinsdag 8 april begon de conferentie dan echt. Samen met Vic Froome uit Guernsey die ook bij Emmanuel College verbleef liep ik rond half negen richting Parkside Community College, een wandelingetje van krap tien minuten. :)
Edward Mayer van Swift Conservation England opende de conferentie. Het programma was erg goed gevuld en lezingen duurde zo'n 20 minuten per stuk. In de ochtend was het onderwerp "Life cycle and migration studies".

De eerste lezing was van Anders Hedenström van de universiteit van Lund in Zweden met als titel "The flight of Swifts as revealed by wind tunnel studies". Hij hield een zeer wetenschappelijk praatje met veel grafieken en formules. Voor mij regelmatig niet goed te begrijpen, maar wat indruk maakte is hoe na eerste studies gebruik makend van een natuurlijke dood gestorven Gierzwaluw werd verder gestudeerd op levende exemplaren! Een volwassen Gierzwaluw werd in de windtunnel losgelaten in de hoop de vlucht te kunnen bestuderen. Dat lukte echter niet omdat de Gierzwaluw steeds 'naar het plafond' vloog in een soort poging te ontsnappen. Een andere poging had meer succes. Een juveniele Gierzwaluw, op punt van uitvliegen, werd in de windtunnel losgelaten en vloog daar voor het eerst van zijn of haar leven...
Met dit soort windtunnel-onderzoek is overigens bijv. het ontwerp van de voor het vastleggen van de trekroute van Gierzwaluwen gebruikte geolocator aangepast voor betere aerodynamica.

De volgende lezing was eveneens wetenschappelijk, maar minder droog, met meer humor en met prachtige filmbeelden. Ik had deze lezing van Luit Buurma over de nachtelijke activiteiten van Gierzwaluwen gevolgd met radar ("The nocturnal activities of Common Swifts") al eens eerder mogen meemaken tijdens de SOVON-dag, maar het blijft indrukwekkend te zien hoe een enorm aantal Gierzwaluwen samenkomt boven het IJselmeer en daar 's nachts laag vliegend muggen verorberd! Zie bijv. dit korte filmpje dat in de lezing voorkomt.

Na de koffiepauze was het Ginny Carsvisiglia die vertelde over haar twee jaar onderzoek naar de invloed van de weersomstandigheden op het broedsucces van Gierzwaluwen. De presentatie was wat rommelig waardoor eventuele conclusies me helaas niet goed zijn bijgebleven (behalve dat er meer onderzoek nodig was).

Susanne Åkesson van het Centre for Animal Movement Research - CAnMove van de universiteit van Lund in Zweden, vertelde daarna over het geolocator onderzoek. Geolocators zijn kleine apparaatjes die de lichtintensiteit op bepaalde momenten vastleggen, waarmee de daglente bepaald kan worden wat een maat is voor de breedtegraad. Het midden van de dag is een maat voor de lengtegraad en zo kan de locatie met redelijke nauwkeurigheid vastgesteld worden. Geolocators zijn bij Gierzwaluwen uit diverse landen bevestigd op de rug en na de overwintering en terugvangst van de vogels verwijderd en uitgelezen. De studie liet zien waar Gierzwaluwen overwinteren, iets dat met het ringen van Gierzwaluwen onmogelijk was vast te stellen. In Zweden alleen al zijn meer dan 54.000 Gierzwaluwen geringd, maar er is maar één terugmelding uit het overwinteringsgebied in Kongo. Ik had al het een en ander over de onderzoeksresultaten gelezen, dus het kwam niet allemaal meer als een verrassing, maar het was leuk om het allemaal samengevat te zien, waar alle getagde vogels overwinterden en wat de verschillen waren. Zo hebben verschillende populaties, bijv. Gierzwaluwen uit Lapland en die uit Duitsland, verschillende trekroutes en min of meer verschillende overwinteringsgebieden. Kijk op onderstaande foto's van de slides bijvoorbeeld maar eens naar de landen waar de Gierzwaluwen uit Lapland overheen vliegen (een keer zelfs over Saoedi-Arabië!) en tot hoe ver zuidelijk die in Afrika komen vergelekn met de getagde vogels uit Duitsland! En net zoals toen ik er voor het eerst over las vond ik het vooral intrigerend hoe het nou met de uitgevlogen jongen zou gaan... Als de populaties verschillende overwinteringsgebieden hebben, blijven jonge vogels dan dus deel uitmaken van de populatie? Gaan jongen uit Zweden dus niet naar bijv. Engeland? Die vraag kan helaas nog niet beantwoord worden omdat voor het uitlezen van een geolocator de drager teruggevangen moet worden en jongen keren nauwelijks terug naar dezelfde kolonie (bleek ook uit onderzoek van Erich Kaiser (uit Kronberg in Duitsland).

              


Na de boeiende lezing van Susanne Åkesson vertelde Chris Hewson van Britisch Trust for Ornithology (BTO) het een en ander over de gebieden die Gierzwaluwen en andere gezenderde soorten (Koekoeken en Nachtzwaluwen) in Afrika gebruiken. Het belang van de natuur in Liberia voor de verschillende soorten blijkt erg groot en is dus het beschermen waard.

Na de lunch met voortreffelijke catering ging het over andere soorten dan Apus apus, de 'gewone' Gierzwaluw.

Lyndon Kearsley vertelde over de overwinteringsgebieden van Vale gierzwaluwen (Apus pallida). De vogels werden met geolocators uitgerust door ze te vangen bij hun nestplaats in een grot in Portugal.

Vervolgens vertelde Christoph Meier van het Zwitsers Ornitologisch Instituut over het gedrag van de Alpengierzwaluw (Tachymarptis melba), met name hoe de nesteldende vogels reageren op slecht weer. Ook hier waren vogels uitgerust met geolocators, maar omdat Alpengierzwaluwen een stuk groter zijn dan Vale of 'gewone' Gierzwaluwen kunnen de bij Alpengierzwaluwen gebruikte geolocators wat zwaarder zijn en dus wat meer functies bevatten. Zo konden deze geolocators de activiteit meten en de hellingshoek. Hiermee kon bepaald worden of de vogel vloog en zo is voor het eerst met metingen vastgesteld dat deze soort 200 dagen non-stop vliegt.



Een andere lezing over de Alpengierzwaluw verviel helaas, maar het programma bleef zeer interessant met als volgende lezing een verhaal over de Amerikaanse Zwarte gierzwaluw (Northern Black Swift, Cypseloides niger) door Carolyn Gunn. De levenswijze van deze soort is bijzonder boeiend. De vogels nestelen achter of vlak naast watervallen waar ze een nestje bouwen met mos dat tegen de rotswand groeit. Ze leggen één ei en het jong moet onder zware omstandigheden worden grootgebracht. De luchtvochtigheid is begrijpelijkerwijs constant zeer hoog, maar de temperatuur juist laag. Een jong in donsveren is vrijwel constant nat en koud...

        


Na de koffiepauze vertelde Kristyn Richardson van Bird Studies in Canada over de Schoorsteengierzwaluw (Chimney Swift, Chaetura pelagica). Deze soort nesteld in schoorstenen, maar daar zijn er steeds minder van beschikbaar. Men gaat over op centrale verwarming en breekt de ongebruikte schoorsteen af. Kunst-schoorstenen zijn matig succesvol en het is dus moeilijk het teruglopen van het aantal broedparen tegen te gaan.

Larry Schwitters van Audubon (Vogelbescherming) Amerika had vervolgens een prachtige presentatie met grappige geluiden bij de overgangen. Hij vertelde over de Vaux' gierzwaluw (Vaux's Swift, Chaetura vauxi) en liet o.a. zien dat er enorme aantallen vogels in grote ongebruikte industriËle schoorstenen overnachten tijdens de trek. Hij had er prachtige filmpjes van die o.a. lieten zien hoe een grote groep naarmate de nacht kouder werd verder naar beneden in de schoorsteen kroop. In het begin van de avond gaf het steen van de schoorsteen ook bovenaan nog veel warmte af, maar later was het onder in de schoosteen behaaglijker. Ook indrukwekkend was de aantalsontwikkeling nadat een beperkende factor bij een zeer geschikte schoorsteen was weggenomen (er werd een deurtje gesloten).
  


De helemaal uit Brazilië gekomen Renata Biancalana vertelde vervolgens over haar onderzoek aan de Sooty Swift (Cypseloides fumigatus), één van de 16 voorkomende soorten gierzwaluwen. De soorten zijn vaak moeilijk waarneembaar en dan ook nog eens moeilijk van elkaar te onderscheiden. Meer dan de helft van de soorten is dan ook niet goed beschreven. Toch zijn er al veel bedreigingen, o.a. door de kap van bossen voor de aanplant van soja. Pijnlijk voor mij als Nederlander omdat de meerderheid van die soja naar Nederland wordt verscheept om hier te dienen als veevoer voor de enorme veestapel. Fijn om te weten dat ik daar als veganist vrijwel niet aan bijdraag, maar de vraag blijft enorm groot en groeiend...

Charles Collins van het Amerikaanse California State University en bekende onderzoeker van diverse soorten gierzwaluwen vertelde over de prooikeuze van verschillende soorten. Interessant was hoe verschillende soorten van vergelijkbare grootte en gewicht toch andere prooien vingen en zo naast elkaar kunnen bestaan door bijv. op verschillende hoogte te foerageren of boven verschillende types landschap.
     


Dick Newell van Action for Swifts uit het Verenigd Koninkrijk liet tot slot van de eerste conferentiedag een film zien over Gierzwaluwen in Cambridgeshire, waarin ook de Cambridge Swift Tower aan bod kwam. Na deze film ging een groot deel van de deelnemers aan de conferentie mee met een wandeling naar deze toren.

              


's Avonds ging ik eten bij het van tevoren op internet (HappyCow.net) gevonden Rainbow Vegetarian Cafe. Een erg leuk klein restaurantje waar op de kaart was aangegeven welke gerechten geschikt waren voor veganisten. :) Ik koos de Jamaican Roti Cups en die waren erg smakelijk!



Naar de volgende dag

Naar de vorige dag


Terug naar overzicht happenings

www.xjochemx.nl