HELP DE GIERZWALUWEN!


Gierzwaluwen nestelen in allerlei holtes in gebouwen. In oudere woningen zijn die vaak wel te vinden. Maar dankzij verbeterde technieken en vooral ook strengere normen zoals het Bouwbesluit is in nieuwere gebouwen vaak niet één holte toegankelijk. Huismussen hebben hier duidelijk onder te lijden, het is één van de oorzaken waardoor ze op de Rode Lijst terecht zijn gekomen. Misschien zouden Gierzwaluwen daar ook wel op staan, als het makkelijker was een beeld te krijgen van hoe veel er daarvan zijn. In Engeland is dat blijkbaar beter gelukt en staan ze op de Amber List (25 tot 49% achteruitgang in 25 jaar).
Om te voorkomen dat de bijzondere, spectaculaire en prachtige Gierzwaluw uit de lucht boven onze steden en dorpen verdwijnt moeten we er in ieder voor zorgen dat ze in onze gebouwen terecht kunnen om te nestelen. Bij renovaties en sloop gaan ongemerkt ontzettend veel nestplaatsen verloren. Bouwbedrijven en architecten kunnen een enorm verschil maken. Gelukkig gebeurt het steeds vaker dat bedrijven oog hebben voor flora en fauna en milieu. Groene daken worden veel gepromoot om hun gunstige effect op het klimaat in de stad en het effect op de afvoer van hemelwater, maar groene daken zijn ook van belang voor vogels. Misschien niet direct, maar er kunnen bijvoorbeeld insecten op leven die weer een voedselbron voor vogels vormen. Iets dat met een plat, kaal dak toch veel minder het geval is. Groene tuinen, vooral die met inheemse planten, kunnen daar een nog veel grotere bijdrage aan leveren. Zie ook de pagina over bijen en wespen, waarbij veel van die informatie voor nog véél meer insecten van waarde is.

Voor Gierzwaluwen is van alles te doen, maar er kan ook van alles mis gaan. Daarom is het belangrijk goed geïnformeerd te zijn als u iets voor Gierzwaluwen wil doen, zelf of door anderen te adviseren. Hieronder volgen enkele belangrijke zaken. Als u hulp nodig heeft of een vraag heeft kunt u alijd contact met mij opnemen (klik om te mailen, bellen kan ook op 06-51914095).


Foto van Klaus Roggel (www.mauersegler.klausroggel.de).

Zoals gezegd is er vanalles mogelijk om Gierzwaluwen aan een nestruimte te helpen. Er zijn zeer duurzame neststenen, al dan niet voor inbouw in de handel en er zijn houten of zeer duurzame houtbetonnen nestkasten te koop of (in geval van houten nestkasten) zelf te maken in allerlei ontwerpen. (klik op de links voor pagina's op de website van Vereniging Gierzwaluwbescherming Nederland waarop overzichten staan van leveranciers en de mogelijkheden). Daarnaast is het ook mogelijk, soms met maar een héél kleine ingreep, een bestaande geschikte holte toegankelijk te maken voor Gierzwaluwen. Voor welke voorzieningen gekozen wordt is afhankelijk van de plaatselijke situatie, dat geldt zelfs voor de verschillende modellen nestkasten! Het ene model kan geschikter zijn dan het andere. Voor advies kunt u altijd bij mij terecht.

           


Het gebruik van speciale dakpannen voor Gierzwaluwen zou ik vrijwel altijd afraden. Ruimte onder daken wordt in toenemende mate minder geschikt door isolatie en materiaalgebruik en er zijn teveel voorwaarden waar aan zou moeten voldoen. Makkelijker en beter zijn bovengenoemde opties: neststenen en nestkasten en het toegankelijk maken van bestaande holtes in bijv. gootbetimmeringen.
Ongeacht de manier waarop nestruimte wordt aangeboden zijn de volgende zaken (die in willekeurige volgorde staan) van groot belang:

Invliegopeningen in een muur op het noord-oosten van 'blok III' van de Hessenberg, boven elk raam één (gefotografeerd op 23 Oktober 2009). Bescherming tegen te hoge temperatuur: Net zoals een nestkastje voor een Koolmees niet aan een muur op het zuiden, in de volle zon gehangen moet worden, moeten ook andere voorzieningen voor vogels beschermd worden voor oververhitting. Het aanbrengen van voorzieningen is zinloos als de jonge vogels sterven door uitdroging of veel te vroeg de nestruimte verlaten in een poging te ontsnappen aan de hitte. Veel vogels zullen een voorziening in gebruik nemen ook al hangt deze op een verre van ideale plaats. De oudervogels kunnen de gevaren natuurlijk niet altijd goed inschatten. Als je vogels wil helpen moet je dat dus doordacht doen.
Gierzwaluwdakpannen zijn bijvoorbeeld alleen geschikt als ze op een zeer steil dak (minstens 45°), gericht op het noorden worden geplaatst en dan ook nog eens alleen als het dak niet geïsoleerd is. Bij een minder steile hellingshoek komt de zon midden in de zomer ook op de dakkant gericht op het noorden. Als een dak geïsoleerd is blijft warme lucht extra goed hangen tussen pannen en dakbeschot. Onder dakpannen kan het zo wel 60°C worden! Dat overleeft natuurlijk geen enkele jonge Gierzwaluw. Oppassen met deze speciale voorzieningen dus!
Maar ook een neststeen welke in een muur wordt ingebouwd moet beschermd worden tegen oververhitting. Een laag muurstenen voor de kast beschermen niet, de zon maakt de stenen gloeiend heet en de hitte wordt erg lang vastgehouden. Neststenen moeten alleen ingebouwd worden in muren gericht op het noorden of oosten (of iets daar tussenin natuurlijk). Hetzelfde geld natuurlijk voor het ophangen van nestkasten. Er zijn wel wat uitzonderingen, zoals een flink overstek waardoor een nestkast ook aan een muur op het zuiden de hele dag niet in de zon komt. Elk geval kritisch bekijken dus.
Dat geldt overigens niet alleen voor plaatsing wat betreft bescherming tegen de zon. In ieder geval kan het beste goed gekeken worden welke voorziening op welke plaats het beste is, wat betreft duurzaamheid, broedsucces en kans op bezetting door Gierzwaluwen.

Voldoende hoogte: De bouw van de vleugels van een Gierzwaluw is perfect voor snelheid en wendbaarheid. Maar voor opstijgen is veel opwaartse kracht nodig en dat leveren de smalle vleugels niet. Daarom heeft een Gierzwaluw een 'aanloopje' nodig om te kunnen vliegen. Een vrije val zorgt ervoor dat snelheid wordt verkregen waardoor voldoende opwaartse kracht ontstaat om weg te kunnen vliegen. Daarom moeten alle voorzieningen voor Gierzwaluwen op minstens 4 meter hoogte worden geplaatst. Her en der worden misschien wel eens nestruimtes gebruikt op lager gelegen plaatsen, maar bij het aanbrengen van voorzieningen moet rekening worden gehouden met gevaren als katten (die nog wel eens Gierzwaluwen vangen als ze weten dat die regelmatig op een bepaalde plaats binnen bereik langskomen) en langsrijdende auto's. In de regel is een normale woning van twee verdiepingen hoog genoeg zodat onder de dakgoot of bij hoekwoningen in de muur van de zolder bijvoorbeeld prima nestvoorzieningen aangebracht kunnen worden. Her en der wordt aangegeven dat voorzieningen tot een bepaalde hoogte ingebouwd kunnen worden, maar in de gevels van woontoren Nimbus in Nijmegen gebruiken Gierzwaluwen bijvoorbeeld neststenen op zo'n 65 meter hoogte. In Duitsland heb ik Gierzwaluwen in een stuwdam zien invliegen op zeker 30 meter hoogte. Dat soort hoogtes zijn dus zeker geen probleem.

Geschikte invliegopening: Voor Gierzwaluwen zijn verschillende invliegopening mogelijk. Veel gebruikt is een rechthoekige opening van 30 mm hoog en 65 mm breed. Maar zoals Gierzwaluwen op 'natuurlijke nestplaatsen' gebruik maken van allerlei openingen is van alles mogelijk. Bijvoorbeeld een ronde opening met een diameter van 50 mm of een vierkant van 50 bij 50 mm. Te klein is natuurlijk niet handig omdat de Gierzwaluwen dan niet naar binnen kunnen komen. Bij te grote openingen krijgen Gierzwaluwen al snel concurentie van grotere vogelsoorten.
De invliegopening moet zo'n 2 cm boven de bodem van de nestruimte worden aangebracht. Dit zorgt ervoor dat eitjes en jongen niet zomaar naar buiten kunnen vallen. Een te hoge plaatsing kan het een Gierzwaluw moeilijk maken om naar buiten te komen en is dus niet de bedoeling. Verder kan de invliegopening het beste niet in het midden van nestkast worden aangebracht. Gierzwaluwen zoeken in een holte veiligheid en hoe zullen normaal gesproken zo ver mogelijk van de invliegopening hun nest maken. Een opening in een hoek geeft Gierzwaluwen meer ruimte om op een veilig plekje hun nest te bouwen.

     


Vrije aanvliegroute: Zoals gezegd moet een Gierzwaluw een vrije val maken als de nestruimte wordt verlaten. Daar moet dan natuurlijk wel ruimte voor zijn. Er is natuurlijk ook ruimte nodig om de nestruimte te bereiken. Daarom moeten voorzieningen niet geplaatst worden als er een grote boom voor staat, er naar buiten toe openslaande ramen onder de voorziening aanwezig zouden zijn of als er bijvoorbeeld kabels vlak onder de invliegopening aanwezig zijn. Als maat voor minimale afstand tot bomen of gevels zou ik 3 meter adviseren, maar soms kan het dan wel handig zijn rekening te houden met de aanvliegroute door de plaats van de invliegopening daar op af te stemmen. Zo is invliegen handiger in een steegje van 3 meter breed als de opening zich in dezelfde richting als het steegje bevind, niet haaks erop (terwijl de kast waarschijnlijk ook met de langste zijde met het steegje mee loopt). In zo'n geval is bijv. type Dedemsvaart of Roosendaal met opening in de zijkant een goede optie (zie ook deze brochure van Vereniging Gierzwaluwbescherming Nederland).

Nestruimte oppervlakte: Gierzwaluwen hebben een spanwijdte van ongeveer 40 cm. In de nestruimte houden volwassen vogels de vleugels tegen het lichaam waardoor ze dus een lengte van ruim 20 cm hebben. Het minimale bodemoppervlak is 15 bij 25 cm (als de situatie het toelaat dus liever wat ruimer) en een hoogte van minimaal 15 cm. Veel hoger hoeft niet, maar tot ongeveer 20 cm is soms fraaier en kan bijv. jonge Gierzwaluwen een goede optie bieden om te oefenen aan zijwanden zoals bijv. in onderstaand filmpje gebeurd.



Terug naar index-pagina